Een eTwinning-project waarin leerlingen leren kritisch nadenken over de toekomst met de 17 SDGs van de VN als leidraad.

Ga je aan de slag? Gebruik onze checklist zodat je geen stappen overslaat. Zo ben je er ook zeker van dat je alle nodige informatie hebt om op het einde van het schooljaar een Nationaal Kwaliteitslabel aan te vragen voor je eTwinning-project.

1. Introduction

  • Wat weten de leerlingen over de UN en de 17 SDG? Laat hen brainstormen over wat goed en niet goed gaat in de wereld. Laat hen daarna mogelijke oplossingen zoeken voor de problemen die ze opgesomd hebben. Hoeveel van hun gegeven problemen en oplossingen vinden jullie terug in de 17 SDG?

  • Maak een TwinSpace met je projectpartners en nodig je leerlingen uit. Je vindt een stappenplan en handleiding om een eTwinning-account aan te maken en een TwinSpace te maken op onze website.

  • Laat je leerlingen een logo creëren en organiseer een logo-contest bv met www.tricider.com.

2. Oriëntatie

  • Introduceer de VN en de 17 SDG via lees-, luister-, en zoekopdrachten. Tips vind je ook op sdgs.un.org/goals.
  • Luister samen naar de hip hop music video “Sustainable Development Goals: Improve Life All Around The Globe”. Laat je leerlingen de 17 SDG noteren en beschrijven waar ze over gaan.

3. Voorstelling van het project

Laat je leerlingen zichzelf voorstellen, en hun ideeën en voorkennis delen. Dit kan via Padlet, Flip, de TwinSpace…. Op basis hiervan kan je internationale teams maken: op basis van hun kennis en kunde, interessevelden en/of leeftijd.

4. Toepassen

Verken de 17 SDG en laat leerlingen ze toepassen op hun eigen leefwereld, de school, stad, land en de actualiteit, en linken aan hun eigen visie, bijvoorbeeld in een Sway.

Je kan de leerlingen van alle partnerscholen hier eenzelfde template voor geven. De leerkrachten kunnen deze aanpassen al naargelang het vak dat ze geven. Geef je een taalvak? Dan kan je er woordenschat en grammatica instoppen. Geef je Aardrijkskunde? Laat hen focussen op bepaalde steden, landen… waarover je hen moet onderwijzen.

Opdracht 1: Inleiding tot de SDGs

Doel: Leerlingen vertrouwd maken met de 17 SDGs van de VN.

Instructies:

  1. Deel de lijst met de 17 SDGs met de leerlingen.
  2. Laat elke leerling één SDG kiezen die hen het meest aanspreekt.
  3. Vraag de leerlingen om een korte presentatie voor te bereiden over hun gekozen SDG, inclusief de betekenis ervan en waarom het belangrijk is.
Opdracht 2: Lokale en globale impact

Doel: Leerlingen begrijpen hoe de SDGs lokaal en wereldwijd van invloed zijn.

Instructies:

  1. Laat de leerlingen onderzoek doen naar een lokaal initiatief dat gerelateerd is aan een van de SDGs.
  2. Vraag hen om een presentatie te maken die de lokale impact van dat initiatief benadrukt.
  3. Vergelijk de lokale impact met het grotere wereldwijde perspectief van dezelfde SDG.
Opdracht 3: Toekomstvisie

Doel: Leerlingen laten nadenken over hun visie op de toekomst in relatie tot de SDGs.

Instructies:

  1. Verdeel de klas in groepen en geef elke groep een of meerdere SDGs.
  2. Vraag elke groep om een toekomstvisie te creëren waarin hun toegewezen SDG(s) zijn bereikt.
  3. Laat elke groep hun visie presenteren en bespreek de uitdagingen en oplossingen die ze hebben bedacht.
Opdracht 4: Actieplan

Doel: Leerlingen laten nadenken over hoe ze kunnen bijdragen aan de verwezenlijking van de SDGs.

Instructies:

  1. Laat de leerlingen individueel of in groepen een actieplan opstellen om bij te dragen aan een specifieke SDG.
  2. Moedig hen aan om concrete stappen te beschrijven die ze kunnen nemen, inclusief mogelijke partnerschappen met lokale organisaties of gemeenschappen.
  3. Laat de leerlingen hun actieplannen presenteren en bespreken hoe ze van plan zijn hun doelen te bereiken.

Doel: Leerlingen laten nadenken over hoe ze kunnen bijdragen aan de verwezenlijking van een specifieke SDG.

Stap 1: SDG-selectie

  • Begin met het verdelen van de leerlingen in groepen / internationale teams of laat ze individueel kiezen welke SDG ze willen aanpakken. Zorg ervoor dat elke SDG vertegenwoordigd is.

Stap 2: Onderzoek en begrip

  • Laat de leerlingen onderzoek doen naar de geselecteerde SDG. Ze moeten een goed begrip krijgen van wat de SDG inhoudt, welke doelstellingen het heeft en waarom het belangrijk is.

Stap 3: Identificatie van problemen

  • Vraag de leerlingen om specifieke problemen of uitdagingen te identificeren die verband houden met de gekozen SDG, zowel wereldwijd als lokaal. Ze moeten begrijpen waarom actie nodig is.

Stap 4: Actieplan opstellen

  • Laat de leerlingen nadenken over concrete stappen die ze kunnen nemen om bij te dragen aan de verwezenlijking van de gekozen SDG. Moedig hen aan om innovatieve en haalbare ideeën te genereren.
  • Inclusief in het actieplan:
    • Duidelijke doelstellingen: Wat willen ze bereiken?
    • Tijdschema: Wanneer moeten de stappen worden uitgevoerd?
    • Middelen en hulpbronnen: Welke middelen zijn nodig en waar kunnen ze die verkrijgen?
    • Partnerschappen: Overweeg samenwerking met lokale organisaties, gemeenschappen of andere belanghebbenden.
    • Budgettering: Schat de kosten en financieringsmogelijkheden in.

Stap 5: Presentatie

  • Laat de leerlingen hun actieplannen presenteren aan de andere internationale teams, en mogelijk zelfs aan ouders, schoolbestuur, of lokale gemeenschapsleden.
  • Moedig hen aan visuele hulpmiddelen, zoals presentaties, posters of multimedia, te gebruiken om hun plannen duidelijk en aantrekkelijk te presenteren.

Stap 6: Discussie en feedback

  • Na elke presentatie, organiseer een discussie waarin de klas vragen kan stellen en feedback kan geven op de voorgestelde actieplannen.
  • Moedig constructieve feedback aan om de plannen te verfijnen en te verbeteren.

Stap 7: Uitvoering en follow-up

  • Nadat alle plannen zijn gepresenteerd en besproken, moedig de leerlingen aan om hun actieplannen daadwerkelijk uit te voeren.
  • Bied ondersteuning en begeleiding waar nodig, en houd regelmatig follow-up-sessies om de voortgang te evalueren en obstakels te bespreken.

Deze uitgebreide aanpak zorgt ervoor dat de leerlingen niet alleen nadenken over hun bijdrage aan de SDGs, maar ook concrete stappen nemen om hun ideeën om te zetten in actie. Het helpt hen begrijpen hoe ze als individuen of groepen een verschil kunnen maken in de wereldwijde inspanningen om de SDGs te bereiken.

5. Reflectie en evaluatie

Doel: Leerlingen reflecteren op hun ervaringen en begrip van de SDGs.

Instructies:

  1. Vraag de leerlingen om een reflectieverslag te schrijven over wat ze hebben geleerd tijdens het project en hoe hun begrip van de SDGs is veranderd.
  2. Organiseer een klassikale discussie waarin leerlingen hun inzichten delen en bespreken hoe ze in de toekomst kunnen blijven bijdragen aan de SDGs.

Hier vind je een document dat je kan gebruiken om te leerlingen bij de start van het project te vragen wat ze al weten van het onderwerp, wat ze verwachten dat ze zullen leren en gaan doen. Je kan na het project de vragenlijst nog eens herhalen: wat hebben de leerlingen geleerd? Zijn hun verwachtingen ingelost?

Er werd ook een rubrics toegevoegd om een proces- en productevaluatie te houden. Uiteraard pas je dze aan zodat die perfect bij je vak, leerplandoelstellingen en leerlingen past.

6. Teamwork

Elk internationaal team kiest 1 goal om te onderzoeken en er zich in te verdiepen. Ze kunnen samen brainstormen en samenwerken via online meetings en gedeelde apps, zoals Sway of Word.

Het is belangrijk om duidelijke richtlijnen te geven voor samenwerking, taakverdeling en deadlines om ervoor te zorgen dat de internationale teams effectief kunnen samenwerken.

Het faciliteren van effectieve samenwerking in internationale teams is van cruciaal belang voor het succes van het eTwinning-project. Hier zijn gedetailleerde instructies en voorbeelden om de samenwerking te stroomlijnen:

Stap 1: Doelselectie en Teamvorming
  • Elk internationaal team kiest één van de 17 Sustainable Development Goals (SDGs) om te onderzoeken en te bestuderen. Bijvoorbeeld, Team A kiest SDG 3 (Goede gezondheid en welzijn), Team B kiest SDG 12 (Verantwoorde consumptie en productie), enzovoort.
  • Leerkrachten kunnen de internationale teams samenstellen op basis van willekeurige toewijzing of de voorkeur van de leerlingen. Het is interessant mocht elk team teamleden hebben met verschillende culturele achtergronden en vaardigheden.
Stap 2: Duidelijke Richtlijnen voor Samenwerking
  • Leg de verwachtingen vast voor de samenwerking van het team. Dit omvat:
    • De frequentie van online meetings: Bijvoorbeeld, minstens één online vergadering per maand / 2 maanden / 3 maanden… Dit is afhankelijk van de mogelijkheden en niet altijd makkelijk te regelen. Je leerlingen kunnen ook schiftelijk communiceren via online tools.
    • Gebruik van samenwerkingshulpmiddelen: Specificeer welke tools moeten worden gebruikt, zoals Microsoft Sway of Word, en zorg ervoor dat alle teamleden toegang hebben tot deze tools.
    • Communicatie: Moedig teamleden aan om duidelijk, respectvol en tijdig te communiceren, rekening houdend met de tijdsverschillen.
Stap 3: Takenverdeling
  • Elk team moet taken verdelen om efficiënt te kunnen werken. Bijvoorbeeld:
    • Teamlid 1: Onderzoek naar de huidige status van de gekozen SDG in hun eigen land.
    • Teamlid 2: Vergelijkbare onderzoeken doen voor andere landen binnen het team.
    • Teamlid 3: Schrijven en samenstellen van rapporten of presentaties met behulp van de geselecteerde samenwerkingstool.
    • Teamlid 4: Organisatie van online vergaderingen en bijhouden van notulen.
  • Verschillende studierichtingen kan je ook taken toekennen passend bij hun studierichting, vakken van collega’s… Dit kan uiteraard afhankelijk zijn van de gekozen SDG.
    • Secretariaat – Talen: Organisatie van online vergaderingen en bijhouden van notulen.
    • IT: Resultaten presenteren op een website, onderzoeksresultaten of enquêtes analyseren…
    • Geschiedenis: evolutie van de SDG in het eigen land of partnerland.

Stap 4: Deadlines
  • Stel duidelijke deadlines in voor elke fase van het project. Bijvoorbeeld:
    • Onderzoek moet binnen twee weken na de start van het project zijn voltooid.
    • Eerste versie van het rapport moet binnen een maand gereed zijn.
    • Tijdig inplannen van online vergaderingen en notulen binnen 24 uur na elke vergadering.
Stap 5: Voorbeeld samenwerkingsschema

Om de samenwerking te illustreren, hier is een voorbeeld van een samenwerkingsschema:

  • Week 1-2: Onderzoeksfase
    • Teamleden voeren individueel onderzoek uit naar de status van de gekozen SDG in hun eigen land.
    • Communicatie via e-mail of online berichten om de voortgang te bespreken.
  • Week 3: Eerste online vergadering
    • Teamleden delen hun bevindingen en vergelijken de situatie in hun respectievelijke landen.
    • Ze bespreken de belangrijkste uitdagingen en kansen met betrekking tot hun SDG.
  • Week 4-5: Rapport opstellen
    • Elk teamlid schrijft een deel van het rapport met behulp van de gekozen samenwerkingstool (bijv. Word of Sway).
    • Regelmatige updates en feedback worden gedeeld via online samenwerkingstools.
  • Week 6: Tweede online vergadering
    • Teamleden bekijken en redigeren gezamenlijk het voltooide rapport.
    • Ze bespreken eventuele wijzigingen die moeten worden aangebracht en zorgen voor consistentie.
  • Week 7: Definitief rapport en presentatie
    • Het team voltooit het definitieve rapport en maakt een presentatie.
    • Alle teamleden moeten het eens zijn over de inhoud en de presentatie.
  • Week 8: Eindpresentatie
    • Het team presenteert hun bevindingen aan de klas en/of andere belanghebbenden.
    • Teamleden benadrukken de wereldwijde samenwerking bij het aanpakken van hun gekozen SDG.

Het is belangrijk dat ja als leerkrachten regelmatig de voortgang van de teams volgt en dat alle partnerleerkrachten dit voor hun eigen klassen ook doen. Bied ook ondersteuning nodig, vooral bij de eerste pogingen tot internationale samenwerking. Het vastleggen van duidelijke richtlijnen en verwachtingen zal helpen bij een gestructureerde en succesvolle uitvoering van het project.

7. Afsluiten

  • De teams delen hun bevindingen met elkaar. Een poster, filmpje, website… met informatie en tips over hun SDG kan een eindproduct zijn.
  • Op onze website met IT-tools voor je eTwinning-project vind je heel wat ideeën voor eindproducten die bij je project passen.

Geef de leerlingen een eTwinning-certificaat of diploma als beloning voor hun deelname aan het project. Je kan het template gebruiken om aan je kleuters een diploma of aan je leerlingen een certificaat te geven. In Canva kan je dit makkelijk zelf bewerken.

Leerlingen hebben hun eindproducten, zoals de enquêtes en challenges, met hun partnerscholen gedeeld. Je kan deze ook delen binnen en buiten de schoolmuren, met collega’s, ouders, andere eTwinning-partners. Ook wij van eTwinning Vlaanderen willen graag meedoen met een challenge en good practices delen. Je kan je projectresultaten en ervaringen altijd mailen naar eTwinning@epos-vlaanderen.be. Op onze website met IT-tools voor je eTwinning-project vind je heel wat ideeën voor eindproducten die bij je project passen.

8. Reflectie en disseminatie

  • Leerkrachten en leerlingen reflecteren op wat ze hebben geleerd en hoe dit hun begrip van Europese talen en culturen heeft verrijkt.
  • Ze delen hun projectresultaten en ervaringen via sociale media, schoolwebsites, of andere relevante kanalen.
  • Gebruik de feedback en ervaringen om toekomstige taal- en cultuurprojecten te verbeteren en te ontwikkelen.

9. Toekomstige samenwerking

  • Verlies goeie partners niet uit het oog! Hou de contactgegevens bij om toekomstige eTwinning-projecten op te starten. Moedig je partners en leerlingen aan om na het project contact te houden met partnerscholen en toekomstige samenwerking te verkennen.

10. Tips

  • Werk samen met het MOS-team bij jou op school.
  • Betrek collega’s bij het uitwerken van SDG die passen bij hun vak en werk vakoverschrijdend.
  • Ben je van plan om een eTwinning-project op te starten? Bekijk dan onze checklist met links naar nuttige info en tools. Je kan ook de checklist in een Word-document vinden zodat je zelf kan afvinken welke stappen je al genomen hebt. Zo ben je er ook zeker van dat je op het einde van volgend schooljaar een Nationaal Kwaliteitslabel kan aanvragen.